Hof der dingen - De leesbril van James Ensor

De leesbril van James Ensor

James Sidney Edouard Ensor. Zijn naam laat het misschien niet meteen vermoeden, maar kunstschilder James Ensor, geboren in 1860, was een rasechte West-Vlaming.  

Slechts drie jaar van zijn leven bracht hij buiten de provincie door, met name tijdens zijn studies in Brussel. 

 

Toen was hij al 17 jaar oud en klaar om het ouderlijk nest in Oostende te verlaten waar hij als zoon van een Britse vader en een Oostendse moeder opgroeide.  

Het gezin was geworteld in Oostende waar James’ moeder samen met haar zus een souvenirs- en carnavalswinkel uitbaatte. Het is daar dat Ensor zijn fascinatie voor maskers opdeed, iets wat later zijn handelsmerk in de kunst zou worden. 

 

Na zijn opleiding in Brussel, die uitdraaide op een ontgoocheling wat hem verbitterd maakte, keerde hij terug naar Oostende waar hij zijn eigen atelier inrichtte. Hij zou er verder gaan met tekenen en schilderen en er een eigen sarcastische en satirische stijl ontwikkelen. 

Zijn eigengereide stijl viel niet overal in goede aarde, vaak werden zijn werken afgewezen toen hij deelnam aan internationale concours. Het zette hem als koppige West-Vlaming ertoe aan om nog meer zijn eigen ding te doen en nog minder realistisch te gaan schilderen. 

 

Intussen genoot Ensor steeds meer naam en faam, ook internationaal. 

Hij was lid geworden van een revolterende kunstkring Les XX en stond bekend als een van de meest progressieve schilders van zijn tijd.  

 

Vanaf 1885 begint de figuur van Christus een steeds prominentere en centralere rol in te nemen in het werk van Ensor. Als hij 28 jaar oud is, begint hij aan zijn populairste, maar ook moeilijkste werk: De intrede van Christus in Brussel in 1889.  

Het werd een monumentaal werk van maar liefst 2,58 meter hoog en 4,31 meter lang.  

Het doek bleef 29 jaar lang opgerold liggen in zijn zolderatelier. Hij kon het pas ophangen toen hij in 1917 verhuisde naar een ander pand. Bij het transport van het werk in 1929 naar het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel moest zelfs eerst een stuk van het gevelbalkon worden afgebroken om het intact te kunnen verhuizen… 

 

1929 werd trouwens het gloriejaar van Ensor. Hoewel hij intussen al geëxposeerd had in steden als Dresden, Leipzig en Berlijn kreeg hij toen pas zijn eerste retrospectieve in Brussel. 
Hij werd dat jaar ook in de adelstand verheven. 

 

Gedurende zijn hele leven maakte Ensor ongeveer 850 schilderijen… 

 

Hij zou nooit trouwen en stierf op 19 november 1949 in Oostende. Je kan nog steeds zijn graf bezoeken aan zijn geliefde duinenkerkje Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinen in Mariakerke. 

Of je kan zijn werk en leven nog beter leren kennen door een bezoek te brengen aan het pas vernieuwde Ensormuseum in Oostende.