Hof der dingen - De aangespoelde walvis

de aangespoelde walvis

De aangespoelde walvis  

 

In de nacht van 18 op 19 december 1954 spoelt een potvis aan op het strand van De Panne. Twee douaniers die het strand bewaken, merken als eerste de bewegende staart in het water op. De volgende dag trekt het kadaver van 17 meter lang heel veel volk.  

Oswald Vermoere is er snel bij om de walvis te vereeuwigen.  

De foto hing jarenlang in zijn kruidenierszaak en was het voorwerp van heel wat 'indianenverhalen'. Het karkas wordt overgebracht naar het Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen In Brussel waar het tot op vandaag wordt tentoongesteld in de walvissenzaal. 

 

Het “aangespoelde walvissentoerisme” is een bekend fenomeen aan onze Belgische kust. Van zodra een voor velen exotisch dier in de problemen komt en het West-Vlaamse zand komt opzoeken, zijn heel wat nieuwsgierigen er als de kippen bij om – al dan niet van op een afstand - het lijdende dier te bekijken. En als dat dan nog in vakantietijden gebeurt, is dit een gewis uitje voor (groot)ouders met kind. 

 

De eerste vermelding van een aangespoeld dier aan onze kust dateert al van 1403. 
Het boek “Nauwkeurige Beschrijving der Oude en Beroemde Zeestad Oostende” van J. Bowens uit 1792 beschrijft hoe in 1403 na een zware storm maar liefst acht walvissen aanspoelden. Elke walvis zou wel zeventig voet of tweeëntwintig meter lang geweest zijn. En uit elke walvis werd vierentwintig ton spek getrokken… 

 

Maar ook in recenter tijden zorgden grote exemplaren voor een kijkstuk aan onze kust. Zo was het strand van Oostduinkerke in 1989 plots het decor voor dierenramptoerisme. Meer dan 100.000 mensen gingen er een kijkje nemen naar Valentijn van Sint-André, een aangespoelde potvis van 17 meter lang en een gewicht van 40 ton. Het dier dat intussen met een grafsteen vereeuwigd werd in de abdijhoeve Ten Bogaerde, staat momenteel bekend als ’s lands beroemdste potvis…