Hof der Dingen - De kattenstoet uit Ieper
De Kattenstoet uit Ieper
Maak kennis met Minneke Poes, een van de twee reuzen uit de Kattenstoet van Ieper.
Die Kattenstoet gaat al een hele poos mee.
Op 13 maart 1938 ging een kleine Kattenstoet door met muziek en de nar, vergezeld van negen ere-knapen die elk een pluchen kat droegen van het stadhuis naar het belfort.
Terwijl de stadsnar de toren beklom om de pluchen katten naar beneden te gooien voor de kleine kinderen, dwarrelden witte en rode papiersnippers naar beneden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Kattenstoet stilgelegd maar op 17 maart 1946 werden er opnieuw pluchen katjes gegooid, voorafgegaan door een kleine stoet en de veroordeling van de kat op de Grote Markt.
Iepers Burgemeester Jan Vanderghote droomde er van de kleine stoet uit te breiden.
Zijn opvolger Albert Dehem maakte die droom waar. Begin jaren 50 doken er in West-Vlaanderen overal nieuwe folkloristische stoeten op, het ideale moment om een grote Kattenstoet in het leven te roepen.
Samen met enkele grote Ieperse namen zoals Octaaf Mus en Daniël Merlevede creëerde Dehem een grootse stoet met 1500 figuranten, allen getooid in prachtige kostuums.
In 1955, op de tweede zondag van de Vasten was de eerste grote Kattenstoet een feit.
De stoet betekende niet voor iedereen hetzelfde. Voor Burgemeester Dehem was de stoet een manier om Ieper, dat na de oorlog totaal verwoest was, opnieuw op de kaart te plaatsen. Anderen, waaronder Octaaf Mus, wilden de inwoners van de stad opnieuw het ‘Iepers gevoel’ geven, dat na het oorlogsdrama een beetje verdwenen was. Door de mensen een gemeenschappelijk project te geven, werd er een band tussen hen gecreëerd.
Tot in de jaren 80 was Ieper meer bekend om zijn Kattenstoet dan om het oorlogstoerisme. De stad heeft daarom veel te danken aan de stoet. Ze heeft Ieper, na de twee wereldoorlogen weer bekend gemaakt in België en het samenhorigheidsgevoel van de bevolking versterkt.